De hemel en de aarde vormden in den beginne samen een eenheid: De kosmos.
Er bestonden toen geen contrasten tussen goed en kwaad en haat en liefde. Deze eenheid werd verbroken door uit de hand lopende ruzies tussen de goden waarbij contrasten ontstonden en hun onderlinge eenheid verbroken werd.

De oppergod stuurt twee goden naar de aarde om de verbroken eenheid te herstellen: Een man en vrouw die zich niet bewust zijn van hun afkomst. Deze twee krijgen ieder ook een ‘alter ego’ mee met het doel om hen bij te staan en feedback te geven. 

Zij overwinnen de contrasten tussen de man en de vrouw. Door onverwachte, soms komische, gebeurtenissen slagen de man en de vrouw er, na vele verwikkelingen en tegen alle verwachtingen in om de eenheid tussen hemel en aarde te herstellen, ondanks de  tegenwerking van hun alter ego’s.